Wat is een sauna
Sauna is een van oorsprong Finse benaming voor een ruimte waarin een droog heteluchtbad genomen kan worden. De temperatuur is zo hoog, 75 – 100°C, dat de bader snel gaat zweten.
Het zweten wordt als reinigend ervaren, daarom wordt het bezoeken van een sauna ook wel een “sauna-bad” genoemd in de zin van persoonlijke verzorging. Ook mentaal wordt zo’n heteluchtbad door regelmatige saunabezoekers als “reinigend” en ontspannend ervaren.
Baby’s mogen niet mee in de sauna, omdat zij hun lichaamstemperatuur nog onvoldoende kunnen regelen. Vanaf 2- 3 jaar is het voorzichtig mogelijk.
De oudste badinrichtingen zijn vele duizenden jaren oud en waren al bekend in oude culturen Specifiek de sauna is Fins. In de vroege historie van Finland woonden de mensen in deels onder de grond gebouwde hutten. Om deze te verwarmen werden stenen, die eerst in een vuur lagen, in deze hutten gelegd waardoor de temperatuur opliep. Het grote voordeel van deze methode was dat de warmte gelijkmatig gedurende de gehele nacht werd afgegeven. Men kwam er achter dat wanneer water over die hete stenen werd gegoten, de ruimte ineens veel warmer werd en de aanwezigen begonnen te zweten. Hoewel bedoeld als verwarming is hiermee de sauna, of beter gezegd de “holsauna”, geëvolueerd.
Later is men Blokhutten gaan bouwen. In de oostelijke Finse provincie Karelia werd hierin een houtgestookte open kachel geplaatst. Omwille de gelijkmatige verwarming werden ook hier stenen gebruikt en op de kachel gelegd en vervolgens door de vlammen verhit. Door de convectie van de warme stenen walmde de rook van het houtvuur door de ruimte en deze werd via een opening of de openstaande deur afgevoerd. Dit waren de eerste savussauna’s Vanwege de geur van het hout en de wijze van opwarming is dit nog steeds bij de Finnen hét sauna-model. In het oosten en noorden van het land doet men dit nog vaak op deze wijze. Nadeel van dit type sauna is dat het vrij lang duurt voordat de sauna “rijp” is. Immers, eerst moeten de stenen verhit worden, daarna de ruimte, vervolgens duurt het nog enige tijd voordat de wanden hun stralingswarmte afgeven. Daar komt nog bij dat door deze manier van stoken de ruimte en banken met zwarte roet aanslaan.
Pas in de 20e eeuw is men een gesloten kachel met een schoorsteennaar buiten gaan gebruiken. Om de warmte te kunnen reguleren én om water op de stenen te kunnen gieten, is zo’n kachel aan de bovenkant voorzien van een luikje. Het grote voordeel van dit type sauna is dat zuiniger met brandhout kan worden omgegaan, de ruimte aanmerkelijk schoner blijft en de buitendeur nagenoeg gesloten kan blijven waardoor er minder warmte verloren gaat.
Al vrij snel kwam er de tweede generatie van kachels. De stenen liggen bij dit type op een ijzeren rooster boven het vuur. De ketel waarin het vuur wordt gestookt blijft nu continu branden terwijl de stenen wel worden verwarmd maar niet door de vlammen wordt geraakt. Met deze constructie kan het vuur, en dus de temperatuur, beter worden gereguleerd.
Rond de jaren 70 van de vorige eeuw komt de eerste electrische kachel op de markt. De manier waarop de stenen worden verwarmd is gelijk aan de tweede generatie houtkachel. De energie kan echter nauwkeuriger worden geregeld. Ook kunnen de kachels kleiner gehouden worden. Vanwege de constante elektrische energie is er minder steenmassa nodig. Omdat het brandgevaar nu wat kleiner is, kan de sauna ook in hotels en woningen worden geplaatst. De elektrisch verwarmde sauna levert daarentegen een drogere lucht waardoor zij anders ervaren wordt dan de houtgestookte sauna.